FRANSE ORGELS IN NEDERLAND © 2024 Vincent Hildebrandt HOME
Breda-Ginneken
H. Laurentius
1969 - vervangen
II/20 - electrisch
Disposities
Merklin orgel
Manuaal
Bourdon 16
Principaal 8
Gemshoorn 8
Holpijp 8
Prestant 4
Fluit 4
Fourniture III
Cornet
Trompette 8
Clairon 4 B
Positief
Viole de Gambe 8
Bourdon 8
Spitsfluit 4
Flageolet 2
Basson 8 B
Hautbois 8 D
Pedaal
Aangehangen
Bron: Broekhuyzen
Rochesson orgel
Grand-orgue
Montre 16
Montre 8
Bourdon 8
Salicional 8
Flüte harmonique 8
Prestant 4
Nasard 2 2/3
Doublette 2
Tierce 1 3/5
Cornet
Trompette 8 *
Clairon 4 *
Récit
Cor de nuit 8
Viole de Gambe 8
Voix celeste 8
Viole 4
Flüte 4
Octavin 2
Fourniture 3 sterk
Trompette 8
Clairon 4
Basson-Hautbois 8
Pédale
Soubasse 16
Contrebasse 16 *
Flüte 8
Flüte 4
Pedaaltreden
Tirasse Ped. G. O.
Tirasse Ped. Réc.
Accouplement Récit-
Grand-Orgue
Trémolo-Récit
Expression-Récit
Combinatieknoppen
Pianissimo, Forte, Piano
Tutti, Mezzo forte,
Oplosser.
* transmissie
In 1851 bouwde Merklin een nieuw tweeklaviers orgel
voor deze kerk. Over dit orgel en zijn verdere lotgevallen
is verder niets bekend.
Het werd in 1939 vervangen door een orgel gebouwd
door de Franse orgelbouwer Louis Eugène Rochesson uit
Pontoise, onder advies van Marius Monnikendam. Het
kreeg destijds veel publiciteit, als zijnde een noviteit,
waarmee ‘een renaissance van orgelbouwkunst is
ingeluid’ (Het Vaderland, 20 Juli 1939).
Op de grootste pijp van het orgel is de volgende inscriptie
aangebracht: In het jaar onzes Heeren 1939 toen PETRUS
HOPMANS 25 j. bisschop was dezer kerk van Breda onder
het pastoraat van GERARDUS VAN WEES werd ik
gebouwd onder leiding van den componist MARIUS
MONNIKENDAM door Louis EUGENE ROCHESSON
vermaard orgelbouwer te Pontoise in Frankrijk (uit:
Dagblad van Noord-Brabant, 14 juli 1939).
In 1969 blijkt uit een offerte van Verschueren voor een
nieuw orgel dat het oude orgel ‘zeer slecht in conditie’ is
en meerdere onderdelen (elektrische tractie en de
windladen) ‘onherstelbaar’. Verschueren stelt voor een
nieuw orgel te maken in de bestaande kas en met
behoud van het bestaande pijpwerk. Om financiële
redenen opteerde men echter voor een kleiner orgel,
waarvoor een nieuwe kas werd gebruikt en oude
onderdelen van Verschuren. In de archieven van
Verschuren is helaas niet terug te vinden waar
onderdelen van het Rochesson-orgel terecht zijn
gekomen, voor zover deze bewaard zijn gebleven.
Louis Eugène Rochesson
L. Eugène Rochesson werd geboren in 1897 in Sèvres. Hij
vestigde zich in Pontoise, alwaar hij de eerste jaren
samenwerkte met de intonateur Fernand Prince.
Rochesson is auteur van een monografie (1918) over het
orgel van Saint-Maclou de Pontoise en hij was betrokken
bij het tijdschrift L'Orgue et les Organistes geïnitieerd
door Jean Huré.
Zijn meesterwerk was het orgel van de Saint-Nicaise de
Rouen (1940), voltooid door Beuchet-Debierre in 1957,
met wie Rochesson samenwerkte. Het is puur
neoklassiek, in de geest van Gonzalez. In deze kerk
bevindt zich tevens een koororgel van Rochesson.
Daarnaast werkte hij o.a. aan de orgels van de Saint
Gervais, Paris (1924-?), van de Notre-Dame-des-Vertus te
Aubervilliers (1939), van de Notre-Dame (1945), van de
cathédrale Saint-Maclou (1949) en de kapel van de l'école
Saint-Martin-de-France (1954, nieuwbouw) te Pontoise.
In 1961-1963 restaureerde hij het Cavaillé-Coll orgel van
de Notre-Dame de l'Assomption te Bagnères-de-Lucho,
als onderaannemr van de firma Danion-Gonzalez.
Hij stierf in 1972.
Dagblad van Noord-Brabant, 14 juli 1939
Dagblad van Noord-Brabant, 20 juli 1939
Dank aan Frans Jespers, Roger van Dijk en het Stadsarchief van Breda
voor de verstrekte informatie.