 
 
  FRANSE ORGELS IN NEDERLAND     © 2024 Vincent Hildebrandt                                 HOME                   
  
 
 
 
 
 
  
  
  1.
  Katwijk, Open Hofkerk (1865)
  
  
  1.
  Amsterdam, Augustinus (1881)
  
  2.
  Amsterdam, Begijnhofkapel (1879)
  
  3.
  Den Haag, Waalse kerk (1885)
  
  4.
  Haarlem, Philharmonie (1875)
  
  5.
  Leeuwarden, St Bonifatius (1886)
  
  6.
  Nunspeet, Sionskerk (1865)
  
  
  1.
  Tegelen, Kapel Stichting Emmaus-Feniks (1924)
  
  2.
  Maastricht, H. Theresia (192x) of Mutin, 1900)
  
  
  1.
  Budel, O.L.V. Visitatie (1912)
  
  
  1.
   Amsterdam, Vu (1973)
  
  
  1.
  Breda, Gasthuis St. Elisabeth (1861)
  
  2.
  ‘s-Heer Abtskerke, Hervormde Kerk (1872)
  
  3.
  Roosendaal, St. Jan (1852)
  
  4.
  Veenendaal, Sionskerk (1862)
  
  
  1.
  Schoonhoven, Oud-Katholieke Kerk (192?)
  
  
  1.
  Simonshaven, Hervormde kerk (1961)
  
  
  1.
  Hilversum, H. Hartkerk (1910)
  
  2.
  Maastricht, H. Theresia (1900) of Convers (192x)
  
  3.
  Oosterhout, O.L.V. Abdij Benedictinessen (1914)
  
  4.
  Panningen, Missiehuis St. Josef (1912)
  
  5.
  Wassenaar, Dorpskerk (1905)
  
 
  
Alle Franse orgels
  gesorteerd op orgelbouwer
 
 
   
 
 
 
   
 
 
 
  Naast de vijf orgels die Cavaillé-Coll naar Nederland 
  exporteerde (Amsterdam, Paleis voor Volksvlijt, thans 
  Haarlem, Philharmonie, Amsterdam St. Augustinuskerk en 
  St. Bernardusgesticht, thans HH. Johannes en Ursulakapel 
  aan het Begijnhof, Den Haag Waalse Kerk en Katwijk, St. 
  Willibrorduscollege, thans Leeuwarden, St Bonifatius), is er 
  in 1971 nog één orgel van Cavaillé-Coll bij gekomen, 
  afkomstig uit het Redemptoristenklooster te Antwerpen 
  (thans te Nunspeet, Sionskerk). Al deze orgels verkeren 
  grotendeels in oorspronkelijke (of gereconstrueerde) staat. 
  Daarnaast zijn vijf orgels geplaatst door zijn opvolger 
  Charles Mutin (drie originele plaatsingen en twee 
  verplaatsingen, waarvan drie nog nagenoeg in 
  oorspronkelijk staat) en nog één door diens opvolger 
  Convers (Tegelen, ingrijpend verbouwd). 
  Van Joseph Merklin, Cavaillé-Coll's belangrijkste concurrent, 
  vinden we in Nederland vier orgels waarvan slechts één 
  nog in nagenoeg authentieke toestand verkeert (’s-Heer 
  Abtskerke). 
  Hoewel het Franse orgellandschap in de 19e eeuw werd 
  gedomineerd door Cavaillé-Coll en Merklin, zijn meer 
  bouwers te noemen die een significant aandeel hadden in 
  de Franse ‘productie’. Eén daarvan was de firma Abbey & 
  fils. Het is daarom interessant dat zich van deze bouwer 
  een nog grotendeels in oorspronkelijk staat verkerend orgel 
  in Nederland bevindt (Katwijk, Open Hofkerk). Niet minder 
  bijzonder is het orgel in de Oud-Katholieke kerk te 
  Schoonhoven, een zogenaamd Polyphone, gebouw door Le 
  Mintier-Gloton. 
  Het Franse orgelerfgoed in Nederland wordt gecompleteerd 
  door drie orgels van minder bekende Franse bouwers: 
  Dalstein & Haerpfer (Budel, ingrijpend verbouwd), 
  Muhleisen (Simonshaven, geherintoneerd) en Koenig (VU 
  Amsterdam, in originele staat). Dit laatste orgel is uniek 
  omdat dit het enige Franse orgel in Nederland is dat in 
  Franse barokstijl is gebouwd.