Amsterdam

Aula Vrije Universiteit

1973 - Koenig & Fonteyn & Gaal

2004/2005 - Kaat & Tijhuis en Flentrop

IV/35 - mechanisch

Dispositie

Grand Orgue (C-d 3 ) Bourdon 16’ Montre 8’ Bourdon 8’ Prestant 4’ Flûte 4 Grosse Tierce 3 1/5’ Nasard 2 2/3’ Doublette 2’ Tierce 1 3/5’ Fourniture IV Cymbale III Cornet V Trompette 8’ Voix Humaine 8’ Clairon 4’ Positif (C–d3) Bourdon 8’ Prestant 4’ Nasard 2 2/3’ Doublette 2’ Tierce 1 3/5 Larigot 1 1/3’ Fourniture III Cymbale II Cromorne 8’ Récit (g-d 3 ) Cornet V Trompette 8’ Echo (g-d 3 ) Flute 8’ Flute 4’ Cornet III Trompette 8’ Pédale (C-d 1 ) Flute 8’ Flute 4’ Flute 2’ Trompette 8’ (vanaf AA) Clairon 4’ (vanaf AA) Accouplement Grand Orgue / Positif (à tiroir) Tirasse Grand Orgue Tremblant doux Tremblant fort Winddruk 69 mm Toonhoogte a1 = 392 Hz Temperatuur ongelijkzwevend, naar Chaumont

Video

Henk Verhoef

Audio

Hans van Nieuwkoop, radioconcert NCRV Suite I - Jean-Adam Guilain Fugue Ave maris stella - Jean Francois Dandrieu Noël Joseph est bien marié - Claude Balbastre Noël Votre bonté Grand Dieu - Claude Balbastre Flûtes - Guillaume Lasceux Symphonie concertante - Guillaume Lasdceux (met dank aan Bert Crama voor het digitaliseren en ter beschikking stellen van deze opname)

Dit orgel is een co-product van de Franse orgelbouwer Jean-Georges Koenig, die tekende voor het concept van het orgel, het maken van het metalen poijpwerk en het intoneren van het pijpwerk, en Fonteyn & Gaal die de mechanieken, kas en klavieren bouwde. Het is gebouwd volgens de principes van de klassieke (barokke) Franse orgelbouw en is genoemd naar François Couperin (1668- 1733), één van de belangrijkste componisten uit die tijd. Het pedaal is dubbel uitgevoerd, als kistpedaal en als “gewoon’ pedaal. Adviseurs waren F.C. Stam en Ewald Kooiman. Het front is ontworpen door de architecten Ch. Nielsen en R. Poel. In 1984 is door de firma Griffioen een elektronische akoestiek geïnstalleerd ter compensatie van de zeer droge akoestiek van de aula. In 2004/2005 zijn onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd door Flentrop en Kaat & Tijhuis. De laatste werkten aan de slepen en de conducten, terwijl Flentrop het metalen pijpwerk een halve toon opschoof , de mensuren van de Fourniture en de Cymbale wijzigde en de koppen van de tongwerken vernieuwde. Bronnen: • Brochure over het orgel • Orgels NoordHolland • VU Foto’s : © 2018 Jaap Wiering